eetbaar groen in vier gemeenten: Herentals, Schelle, Edegem en Grobbendonk

Onze provincie startte in het plattelandsproject Voedsel+Dorp samen met Velt vzw en RURANT vzw projecten rond eetbaar groen op in Herentals, Schelle, Edegem en Grobbendonk.
In Schelle is men al gestart met een plantactie terwijl in Edegem de gekozen site nog niet operatief is omdat er op het voormalig rugbyterrein (Mitterlije) nog steeds verontreinigde grond ligt.
gestelde vragen:
1) Kunt u me een stand van zaken bezorgen van het project Voedsel+Dorp in deze vier gemeenten.
2) Hebben deze gemeenten een bijdrage betaald om deel te nemen aan dit project en hoeveel provinciale subsidies ontvangen zij? Ontvangt de provincie op haar beurt hiervoor subsidies van Europa?
3) Heeft dit project een einddatum en zijn er financiële gevolgen als deze datum niet gehaald wordt?

Hierbij de antwoorden van gedeputeerde Kathleen Helsen.
In antwoord op uw schriftelijke vraag van 17 februari kunnen wij u het volgende laten weten.

Lokale besturen hebben niet altijd de mankracht noch de kennis om met een lokale, kleinschalige vorm van voedselproductie aan de slag te gaan, laat staan op een participatieve manier. Omdat verschillende gemeenten aangaven dat hun inwoners hiervoor interesse tonen, werd nagedacht over een manier om hier aan te kunnen samenwerken.

Zo ontstond het project VOEDSEL+DORP. We gaan in 4 gemeenten, in samenwerking met externe organisaties, participatief aan de slag met de
keuzewijzer Eetbaar Groen welke ontwikkeld werd door Universiteit Antwerpen in samenwerking met de provincie. We willen in elk van de gemeenten 1 stadslandbouwproject opstarten en realiseren. Deze pilootprojecten zullen inspiratie bieden aan andere gemeenten die er in de toekomst zelf mee aan de slag willen gaan. Op basis van opgedane ervaringen zal dienst Landbouw, samen met andere interne diensten, de keuzewijzer optimaliseren.

We gaan in de 4 gemeenten op een participatieve manier aan de slag, in die zin zijn de projecten te vergelijken. Toch zijn er ook heel wat variabele factoren die maken dat het proces in elke gemeente anders verloopt. Zo was er in de gemeenten Schelle en Herentals reeds een haalbaarheidsstudie klaargemaakt door jobstudenten terwijl in Edegem en Grobbendonk de haalbaarheidsstudie tijdens de projectperiode uitgevoerd werd.
De projectpartners van dit project zijn: APB PSES (promotor), RURANT vzw (copromotor), Dienst Landbouw (copromotor), VELT vzw (partner), Kempens Landschap vzw (partner), Agentschap voor Natuur en Bos (partner), dienst Ruimtelijke planning (partner), dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid (partner) en de lokale besturen van Herentals, Schelle, Edegem en Grobbendonk.

Financiële aspecten
De totale projectkost bedraagt 199.833 euro. Het project werd ingediend binnen de maatregel Omgevingskwaliteit door Samenwerking van PDPO III. Projecten binnen deze maatregel worden voor 65% gefinancierd door PDPO. De middelen van het programma (PDPO) zijn afkomstig uit Europese middelen (50%),
Vlaamse middelen (25%) en provinciale middelen (25%). De overige 35% van de projectmiddelen moet worden ingebracht door de promotor, copromotoren en financiële partners.
De gemeenten zijn financiële partner in dit project en brachten elk 6.000 euro in. De overige middelen zijn afkomstig van de promotor en de copromotoren. De gemeenten ontvangen geen rechtstreekse subsidie uit het project. Binnen het project zijn middelen voorzien voor:

  • Investeringen: 13.500 euro per gemeente;
  • Begeleiding (personeelskost of externe prestaties) door RURANT of
    VELT (in totaal 131.833 euro voor de 4 gemeenten samen).
  • Werking: beperkte uitgaven voor communicatie en vergaderingen (in
    totaal 13.000 euro voor de 4 gemeenten samen).
    De uitgaven worden steeds betaald door de promotor of copromotoren. De subsidie wordt ontvangen door de promotor en zo nodig overgemaakt aan de betrokken copromotoren die kosten hebben gemaakt. Partners kunnen nooit zelf subsidie ontvangen.
    Projectuitvoering De projecten in de vier gemeenten bevinden zich allemaal in een ander stadium.
    Dat is ook logisch aangezien er heel wat variabele factoren zijn die de voortgang van zo’n project beïnvloeden. We streven ernaar om in alle gemeenten in de geest van het PDPO-project Voedsel + Dorp tot realisaties te komen.

    Edegem
    In de gemeente Edegem werden er nog geen terreinacties uitgevoerd in het kader van Voedsel + Dorp. Dit heeft vooral te maken met een historische vervuiling op het voormalige rugbyveld. Die vervuilingsproblematiek wordtaangepakt maar het is nog onduidelijk hoe het project het komende half jaar
    verder zal gaan. Daarover lopen gesprekken met de gemeente. In Edegem werden de stakeholders in de buurt van het voormalige rugbyveld betrokken, Ook tijdens het laatste overleg in oktober 2022 bleek het enthousiasme groot om iets te realiseren op het terrein.

Grobbendonk
Daar selecteerde men 2 locaties:
(1) Een voormalig voetbalterrein in Grobbendonk. Er volgt binnenkort een gesprek met geïnteresseerde vrijwillige beheerders.
(2) Een pleintje tussen de Lindelaan en Berkendreef in Bouwel, daar organiseren we een eerste plantdag op 25 februari 2023.

Herentals
In Herentals gingen we aan de slag op een braakliggend stukje grond achter een verkaveling. Daar werd een eerste plantmoment georganiseerd begin maart 2022 en een tweede moment op 4 december 2022. De voedselbosrand is hier in ontwikkeling. Momenteel begeleidt Velt een groep vrijwilligers om ervoor te zorgen dat de voedselbosrand goed start.

Schelle
In Schelle wordt er een voedselbosrand aangelegd op een perceel naast de Volkstuin Aerdborg. Hier werden al 2 plantmomenten gerealiseerd, zowel een houtkant (dat dienst doet als windscherm) als diverse fruitbomen en –struiken werden daar aangeplant.
De einddatum van het project is 30 juni 2023 en kan niet verlengd worden.

Indien het onmogelijk blijkt om alle geplande realisaties uit te voeren, dan zullen niet alle projectmiddelen besteed worden. De promotor, APB PSES, zal bij de projectdeclaratie dan aangeven welke realisaties niet gehaald zijn en deze ook motiveren. In principe kan de beheerder van het programma beslissen om middelen terug te vorderen indien onvoldoende uitvoering werd gegeven aan het project. APB PSES (de promotor) zal de middelen dan terug moeten betalen aan de beheersoverheid (Vlaamse overheid).