tussenkomst van raadslid Erik De Quick:
In de implementatie van het bestuursakkoord van het meerjarenplan meldt u:
Uitbouw van een divers, duurzaam en kwaliteitsvol woonaanbod dat beantwoordt aan veranderende woonbehoeftes:
– innoveren: anders denken en doen (geWOONtebrekers)
– nieuwe woonvormen
Verregaande verduurzaming van bouw- en renovatieprocessen met extra aandacht voor circulair bouwen zoals KAMP C
Ik kan niet zeggen dat dit geen goede initiatieven zijn, maar spijtig genoeg gaat dit niet ver genoeg en wordt hier gekozen voor de minst voor-de-hand-liggende oplossingen.
Kwaliteitsvol woonaanbod dat beantwoord aan de veranderende woonbehoeftes heeft ook, en zelf heel veel te maken met de veroudering van onze bevolking en met de eraan gekoppelde stijging van het aantal mensen met een beperking. Bovendien is er een tendens om de thuiszorg uit te breiden en beter te faciliteren.
Nochtans zijn de meeste openbare gebouwen nog steeds ontoegankelijk voor mensen met een beperking. Zo konden we in Het Laatste nieuws .d.d 9 november 2019 lezen dat er eigenlijk geen enkel openbaar gebouw echt toegankelijk is. Het artikel was gebaseerd op een studie uitgevoerd in opdracht van het departement Omgeving van de Vlaamse Overheid en de vzw toegankelijk Vlaanderen. Van de 148 openbare gebouwen onderzocht, geen enkel in orde; zelfs nieuwe gebouwen niet voor iedereen toegankelijk.. Ook dit gebouw is voor rolstoel patiënten enkel toegankelijk als ze hulp krijgen….en dan nog loodst men ze binnen via een of andere zijingang, …of is het de goedereningang? Ik denk niet dat dit de manier is waarop mensen met een beperking willen behandeld en moeten behandel worden. Nochtans bestaan er eenvoudige oplossingen…maar u zou , zoals u zelf stelt anders moeten denken en doen….
Vragen:
- waarom wordt in de omgevingsvergunningen, niet automatisch voorzien dat alle deuren minstens 1 meter breed moeten zijn en dat elk gebouw zonder drempels moet zijn? Dat brengt totaal geen meerkost mee , maar zou er wel voor zorgen dat elk nieuwbouw of gerenoveerd gebouw op vrij korte termijn toegankelijk wordt voor mensen met een beperking en minder mobielen.
- Waarom wordt hier niet strenger op gecontroleerd in de uitvoeringsfase?
- Waarom wordt niet eenvoudiger ingespeeld op de veranderende woonbehoeften t.g.v. de vergrijzing?
De heer LEMMENS stelt dat bij het beoordelen van een omgevingsvergunning de deputatie zich dient te houden aan het decretaal kader dat wordt aangereikt door Vlaanderen. Wat betreft toegankelijkheid geldt sinds 1 maart 2010 de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor toegankelijkheid, al is deze enkel van toepassing gebouwen die publiek toegankelijk zijn. De controle in de uitvoeringsfase is een kwestie van stedenbouwkundige handhaving waar de provincie geen handhavingsbevoegdheid heeft gekregen. Daarnaast is het als vergunningverlenende overheid niet evident om strenger te oordelen dan de verordening die in heel Vlaanderen geldt. Als er veranderende behoeftes zijn, is het aan Vlaanderen om de wetgevende kaders aan te passen. Niet-publieke gebouwen vallen niet onder het toepassingsgebied van de verordening toegankelijkheid. De heer Lemmens zegt wel dat de administratie erover waakt dat een ontwerp van een gebouw steeds voldoende is afgestemd op haar functie, maar ook hier kunnen wij als vergunningverlenende overheid enkel voorwaarden opleggen die precies en redelijk zijn in verhouding tot het vergunde project.