De koe kiest zelf wanneer ze gemolken wordt. Ze stapt dan naar de melkrobot. Maar als blijkt dat een koe zich niet vaak op eigen houtje laat melken, moet de leerling-boer reageren op het attentieprogramma dat de melkrobot aanreikt en manueel de koe aansporen om zich te laten melken.
Door een halsband met een transponder herkent de robot elke koe en registreert hij enkele gegevens. Bovendien stemt de robot de hoeveelheid krachtvoeder voor de koe af op het volume melk dat ze produceert. Tijdens het melken reinigt de robot de uier en neemt hij vervolgens een staal van de melk af. Dit staal wordt gecontroleerd op verschillende aspecten: zitten er stoffen in die wijzen op een bronstige of drachtige koe? Zitten er elementen in die kunnen wijzen op een bepaalde aandoening, bijvoorbeeld de slepende melkziekte? In dat geval kan de boer anticiperen en de koe reeds behandelen vooraleer ze werkelijk symptomen vertoont. Een win-win situatie voor boer en dier, want dit betekent minder melkverlies voor de boer en een verhoogd welzijn voor de koe.
De provincie investeert hier € 220.000.